Tweede ecoduct in aanbouw

07 December 2018

Tweede ecoduct in aanbouw

Na de Warande, het allereerste ecoduct van Vlaanderen, wordt nu hard gewerkt aan een tweede ecoduct in Meerdaalwoud. De betonnen wanden en dekplaat zijn al gegoten. Volgens de huidige planning zal het ecoduct in het voorjaar van 2019 volledig afgewerkt zijn.  Maar waarom 2 ecoducten op enkele km van elkaar? Daar zijn goede redenen voor.  

Een tweede ecoduct voor Meerdaalwoud

warande.jpgVlaanderen telt 2.618 bruggen. Amper 6  daarvan zijn ecoducten, bedoeld als oversteekplaats voor dieren: het ecoduct De Warande in Oud-Heverlee (N25), het ecoduct Kikbeek in Opgrimbie (E314), het ecoduct De Munt in Loenhout (E19) en het ecoduct Kempengrens in Mol-Postel (E34). Recent kwam er in het Zoniënwoud in Hoeilaart nog eentje bij dat de ring R0 overspant. En nu is het Agentschap volop bezig aan het volgende ecoduct, opnieuw in Meerdaalwoud.

Voor alle duidelijkheid: ten onrechte wordt vaak gedacht dat Meerdaalwoud en Heverleebos (mee) beheerd worden door de gemeente. Het beheer daarvan komt echter toe aan het Agentschap Natuur en Bos, een zelfstandig onderdeel van het ministerie dat het beleid uitvoert. Gelukkig heeft de gemeente wel uitstekende contacten met de beheerders en is er regelmatig overleg.

Als groene partij in Oud-Heverlee krijgen we dus heel dikwijls vragen van bezorgde inwoners rond jacht, boomkappingen tot het nut van ecoducten. “Is dat allemaal wel nodig? Is één ecoduct niet genoeg? Is het nut wel onderzocht?” Daarop proberen we hier een antwoord te geven.

 

 

Het eerste ecoduct

reeraster.jpg

Vroeger gebeurden er elk jaar 15 à 20 botsingen met reeën op de Naamsesteenweg. Daarom werd besloten een raster te plaatsen over de hele lengte van het bos. Op de toegangswegen ligt een rooster waar de reeën niet over kunnen.

 

Maar twee afgescheiden bosgedeelten zou op de lange duur voor de vele kwetsbare diersoorten (dus niet alleen reeën) de doodsteek betekenen. Het is cruciaal dat ze in het hele gebied van het Meerdaalwoud kunnen rondzwerven. Daarom werd op de plaats met de grootste wildpassage een oversteekplaats gebouwd van 65 meter breed. Dit allereerste ecoduct in Vlaanderen, de Warande, werd voltooid in 2005.  

Om de dieren zo min mogelijk te storen (geursporen!) zijn wandelaars niet welkom. Ruiters kunnen er wel over, achter een met boomstronken en takken afgescheiden gedeelte. De geur van paarden lijkt de reeën niet af te schrikken maar eerder gerust te stellen.

 

 

200 diersoorten gespot

ecoduct_vos.JPGecoduct_everzwijn.JPG

Over het ecoduct loopt een brede zandstrook. Die wordt regelmatig gladgestreken zodat men eenvoudig aan de pootafdrukken kan zien welke en hoeveel dieren van de oversteek gebruik maakten. Verder werden er extra nog bodemvallen, slangenplaten en  wildcamera’s geïnstalleerd.

De natuurvereniging Natuurpunt  heeft in 2006, één jaar na aanleg, het gebruik van het ecoduct door fauna uitvoerig opgevolgd. Dat onderzoek deden ze over in 2008 en 2012. Het uitgebreide rapport is op de site van natuurpunt te downloaden.

Reeën maken het meest gebruik van het ecoduct, gevolgd door vossen en blijkbaar waren er toen al, in 2012, sporadisch passerende everzwijnen te zien. Verder migreerden ook bunzings, wezels, marterachtigen, egels, enz.

In bodemvallen kwamen ondermeer 10 sprinkhaansoorten en 51 soorten loopkevers terecht. Het besluit van het onderzoek is dan ook duidelijk: het ecoduct De Warande (en bijhorend wildraster) is op drie vlakken erg geslaagd is: als ecologische verbinding, voor recreatief medegebruik door ruiters en voor de verkeersveiligheid. Sinds de aanleg van het wildraster en het ecoduct zijn in het projectgebied geen ongevallen met reeën meer gebeurd. Dat was voordien anders: toen waren er jaarlijks veel aanrijdingen met reeën in de ongevallenstatistieken, meestal met dodelijke afloop voor het dier en soms ook voor de mens.

 

 

Het tweede ecoduct

2018-12-06_bezoek_ecoduct.png

Het tweede ecoduct zal de versnippering van het bos verder tegengaan. Dieren blijven immers niet eindeloos langs een raster lopen tot ze een overgang vinden, er zijn dus best meerdere oversteekplaatsen. Dit ecoduct zal iets bescheidener zijn. De voorziene breedte is 35 meter. Ook hier komt er een met takken afgeschermd gedeelte waar ruiters kunnen passeren. Dat bleek bij het eerste ecoduct de dieren niet af te schrikken.

Voetgangers en fietsers zijn er niet toegelaten, maar krijgen één kilometer verder een veilige oversteek met een nieuwe fietsbrug over de Naamsesteenweg ter hoogte van onthaalzone de Torenvalk. Die werken starten half februari. Beide werken zullen in totaal 8 miljoen euro kosten.

Maar met 750.000 bezoekers per jaar in Meerdaalbos en Heverleebos zijn dergelijke grote investeringen nodig als we duurzaam willen omspringen met onze weinige restjes natuur.

Meer info op de website http://www.wegenennatuur.be/